Met een pakket aan extra maatregelen wil het kabinet de CO2-reductie verder terugbrengen. Het pakket is verdeeld over een flink aantal sectoren binnen de maatschappij. In totaal wordt er € 28,0 miljard vrijgemaakt voor klimaatuitgaven.
Elektriciteitssector
Het streven is de elektriciteitssector uitstootvrij te maken door zonne-energie op zee te realiseren, gascentrales om te bouwen voor gebruik van waterstof en een batterijverplichting voor zonneparken in te voeren. Voor de batterijverplichting wordt ruim € 416 miljoen uitgetrokken.
Energie-intensieve industrie
De energie-intensieve industrie moet verder vergroenen. Afvalverbrandingscentrales moeten minder afval verbranden en meer recyclen. Daarnaast komt een verbod op fossiele warmteopwekking voor nieuwe en te vervangen industriële productie-installaties. Vanaf 2027 moeten alle plastics voor minimaal 25 tot 30% bestaan uit hergebruikt of biomateriaal.
Bouw
Gebouwen worden uitstoot- en aardgasvrij gemaakt, onder meer door extra geld voor verduurzaming van woningen in kwetsbare wijken waar energie-armoede voorkomt en door subsidie voor zonnepanelen op huurwoningen. Verder wordt het vanaf 2026 in woningen, winkels, scholen en kantoren verplicht om een warmtepomp te installeren als de cv-ketel vervangen moet worden. Deze verplichting geldt alleen niet voor monumenten en appartementen en voor gebouwen waarvoor binnen 10 jaar een collectieve wijkoplossing (zoals een warmtenet) gerealiseerd wordt.
Het kabinet wil ook de energiebesparingsplicht per 2025 aanscherpen door de terugverdientijd te verlengen naar 7 jaar. Dit betekent dat bedrijven en instellingen die onder de energiebesparingsplicht vallen vanaf 2025 alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 7 jaar of minder verplicht zijn uit te voeren. Nu ligt die grens nog op 5 jaar. Hierdoor zal ook het mkb naar verwachting meer energiebesparende maatregelen moeten nemen. Er wordt een instrument ontwikkeld om het mkb hierbij te ontlasten.
Er wordt € 25 miljoen uitgetrokken om Verenigingen van Eigenaren te activeren tot verduurzaming en ze bij de uitvoering te ondersteunen.
Vervoer
Elektrisch rijden wordt verder gestimuleerd, onder meer via een subsidie op elektrische occasions. Ook wordt er geïnvesteerd in extra laadpalen. Het gaat hierbij om onder meer (opschaling) slim laden, laden voor logistiek en laden voor bussen en taxi’s. Daarnaast worden werkgevers geprikkeld om het gebruik van elektrische auto’s, het openbaar vervoer en de fiets door werknemers te stimuleren. Dit gebeurt door het CO2-doel voor werkgebonden mobiliteit, waarover werkgevers met 100 of meer werknemers vanaf (waarschijnlijk) 2024 moeten rapporteren, te verhogen.
Landbouw
Het kabinet wil de landbouw verder verduurzamen. Voor de glastuinbouw wordt een CO2-belasting ingevoerd in combinatie met de uitrol van warmtenetten en SDE++-subsidie voor de toepassing van warmtepompen.
Energiebelasting
Om verduurzaming te laten lonen en de vervuiler meer te laten betalen, wordt de energiebelasting aangepast. Zo komt er een nieuw verlaagd tarief tot een bepaald gasverbruik van huishoudens, de tarieven boven de nieuwe schijf worden verhoogd. Daarnaast komt er een apart, lager belastingtarief voor waterstof. Het fiscale voordeel voor kolen wordt per 1 januari 2028 afgeschaft.
Let op!
Alle bovengenoemde plannen moeten nog nader worden uitgewerkt en door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd.